Joomla

Maar al die dingen zijn nog maar een begin van de weeën.

Mattheüs 24:8


Wat een toestand in de wereld! Enige maanden geleden mocht ik in de Maranathadienst hierover spreken. En sindsdien zijn de ontwikkelingen maar doorgegaan.

Aanslagen. Natuurrampen. Demonstraties. Vloedgolven van nepnieuws. Opstanden. Enzovoorts.

Daarbij staat Israël ook steeds in de belangstelling van het nieuws. De constante dreiging en onrust aan de grens met de Gazastrook. De ontwikkelingen op de Golan Hoogvlakte. De verkiezingen voor het parlement. Er gaat   amper geen dag voorbij of Israël wordt genoemd in de journaals en in de kranten en meestal niet in positieve zin.
Op grond van de Bijbel geloven wij dat alles op het wereldtoneel in diepste zin gaat om het land van God, Israël, en om de stad van God, Jeruzalem. En daarmee gaat het om Gods volk. Alles loopt uiteindelijk uit op de komst van de Zoon van God op de Olijfberg.

In Handelingen 1 lezen we dat bij Zijn hemelvaart twee mannen tegen de discipelen zeggen: ‘deze Jezus, Die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze terugkomen als u Hem naar de hemel hebt zien gaan’ (vers 11b). Deze profetie sluit precies aan bij wat de profeet Zacharia in zijn laatste hoofdstukken van zijn ‘boek’ voorspelt.

Moeten we nu bang worden voor alles wat er om ons heen gebeurt? Of moeten wij verwachtingsvol en passief naar de hemel gaan staren om uit te zien naar Hem Die Zijn Gemeente Thuis komt halen? Ik denk géén van beide!
Als de Here Jezus in Mattheüs 24 spreekt over wat er allemaal zal gaan gebeuren, dan zegt Hij dat dit nog maar het begín is. Het begin van de eindtijdweeën. Als gelovigen horen wij te weten waar het uiteindelijk allemaal op uitloopt: via de chaos en strijd naar de openbaarwording van de antichrist (die een schijnvrede zal brengen), waarna dan de wederkomst van de Here Jezus plaatsvindt. Ik mis bij veel gelovigen dit weten. Ze leven meer bij het hier en nu en zijn dan geschokt of in paniek als er iets gebeurt wat hun veilig leventje dreigt te verstoren. Weet u/jij dat voor ons hier beneden het niet is? Maar dat wij een nieuwe hemel en aarde verwachten? Dat wij hémelburgers zíjn?

Trouwens, dat betekent niet dat we niet mogen genieten van wat ons gegeven wordt op aarde, maar dat is niet alles en dat is niet eeuwig. Waartoe zijn wij hier dan nog op aarde, als onze eindbestemming Boven is? Om híer te doen wat God van ons vraagt om te doen. Om dit met de woorden van de profeet Micha (6:8) te zeggen: “Hij heeft u, mens, bekendgemaakt wat goed is en wat de HERE van u vraagt: niets anders dan recht te doen, goedertierenheid lief te hebben en ootmoedig te wandelen met uw God.” Doen wij recht aan de mensen om ons heen?

Hebben wij goedertierenheid, weldadigheid lief? Wandelen wij ootmoedig met God? Met andere woorden: zijn we er voor de mensen om ons heen? Dienen wij hen vanuit een bewogen hart met aandacht en met het helpen in nood? Dit alles vanuit een dagelijkse relatie met God Zelf?

Daarbij is het bid én werk! Bidden voor die ander, bidden voor Israël, bidden voor de wereldleiders. En doen wat jouw hand, jouw mond en jouw portemonnee vindt om goed te doen. De situatie in de wereld moet ons nog meer op de knieën brengen. En ons ook dagelijks blijven motiveren om praktisch dienend, met daad en woord, te leven in deze wereld. Wat is het een geweldig getuigenis van vertrouwen op de Here en van liefde van de Here als wij persoonlijk en als Gemeente zó in de wereld, in deze roerige tijden zouden leven en dienen. Gods zegen toegebeden om namens Hem recht te doen en weldadig te zijn! Totdat Hij komt!!

Maranatha!
Gezegende junimaand toegebeden!
 

Ds. H. Witmer

 

Terug naar Uit het Woord