"En Hij kwam in zware zielenstrijd en bad des te vuriger. En Zijn zweet werd als grote druppels bloed, die op de aarde neervielen"
Lucas 22:44
Lijdenstijd
We leven deze weken in de lijdenstijd waarin we stilstaan bij het lijden en sterven van onze Heere Jezus Christus om uiteindelijk uit te komen bij Pasen waarin we vieren dat Jezus Christus de dood heeft overwonnen.In deze lijdenstijd heb ik een klein dagboekje uit de kast gepakt met 49 overdenkingen van C.H. Spurgeon (vroegere Baptistenpredikant). Het boekje draagt de naam ‘Leer mij Uw lijden recht betrachten’. Vanuit dit dagboekje kwam ik bij bovengenoemde tekst.
Gethsémané
Het moet wat geweest zijn daar in de hof van Gethsémané waarin de Heere Jezus een ware zielenstrijd heeft gevoerd. Zouden de discipelen geweten hebben wat er zou gaan gebeuren toen ze (vers 39) ‘zoals Hij gewoon was’ naar de Olijfberg gingen? Ze waren Hem gevolgd, omdat ze bij Hem wilden blijven. Ze hadden zo veel wonderen gezien en zo veel woorden van Hem gehoord. Ze hadden erkend dat Hij de Zoon van God was, de Christus.
Gebed
Toen ze waren aangekomen in de hof van Gethsémané, had Hij een grote groep achtergelaten en was Zelf met Petrus, Johannes en Jakobus verdergelopen. Er staat dan in het Mattheüs-evangelie (26:37): ‘Hij begon bedroefd en zeer angstig te worden’ en dan zegt Hij: ‘Mijn ziel is zeer bedroefd, tot de dood toe’. Laten wij eens nadenken over de impact van deze woorden bij Zijn discipelen.Dan laat Hij ook Zijn drie vertrouwelingen achter en vraagt hen met Hem te waken, terwijl Hij nog iets verder loopt en neerknielt om te bidden.Juist over dit gebed is zoveel gesproken en geschreven. En dan rijst bij mij de vraag of wij ooit de diepte zullen weten van datgene wat hier in de hof van Gethsémané is gebeurd.
Bang voor de dood
ommigen denken dat Hij bang is geweest voor de dood en dat hier de strijd vandaan is gekomen die Hem zo bijzonder angstig heeft gemaakt. Maar wanneer we in de geschiedenis kijken, dan zien wij kinderen van God die in het volste vertrouwen zijn gestorven en die helemaal geen angst hebben gekend voor de dood. Zou dan de Heiland angstiger zijn dan zij?Wanneer ik schrijf ‘kinderen van God’, zou u kunnen denken: dat zou dan wel na de Opstanding van Christus zijn geweest, toen was de dood immers overwonnen.Maar ook vóór de overwinning van Jezus Christus op de dood zag je hen die God vertrouwden en die heel hun leven in de handen legden van de God van Abraham, Izak en Jakob. Denk bijvoorbeeld aan de drie vrienden van Daniël in de vurige oven. De vraag voor ons blijft of bij ons de angst voor de dood volledig is overwonnen door het vertrouwen in God!?
Twee aspecten
wee aspecten wil ik benoemen of misschien wel benadrukken, terwijl je veel meer aspecten kunt aanhalen:
1. Hier in de hof van Gethsémané is Hij voor ons tot zonde gemaakt. Hier zien wij Hem met de zondelast van de wereld op Zijn schouders. Hier zien wij Hem met uw en jouw zonden, schaamte, schande en tekortkomingen.
2. Hier in de hof van Gethsémané wist Hij dat het nog maar een korte tijd zou duren totdat God Zich volledig van Hem zou afkeren en Hij alles zou moeten dragen in Zijn eigen vlees. En het van God verlaten zijn had Hij nog nooit (lees: in eeuwigheid) meegemaakt.Wanneer we deze twee aspecten op ons laten inwerken, kunnen we niets anders zeggen, zingen, stamelen of in tranen uiten:
'ALLES UIT GENADE'
In HEM voor eeuwig verbonden.
Ds. G. Tomassen
Ds. G. Tomassen